Vanaf 2026 wordt het in de hele Europese Unie verboden om zomaar met milieuvriendelijke of klimaatneutrale marketingtermen te strooien. De nieuwe regels maken een einde aan vaag taalgebruik op verpakkingen en websites – en dat merken vooral bedrijven die nu nog gretig groene labels inzetten zonder harde onderbouwing.
Nieuwe EU-wetgeving zet streep door greenwashing
Foto: Martin Bárta / DALL.E
Termen als “klimaatneutraal”, “CO2-neutraal”, “biologisch afbreekbaar” of simpelweg “milieuvriendelijk” zijn de afgelopen jaren haast standaard geworden op producten van grote merken in Nederland. Denk aan de verpakkingen van bekende supermarkten zoals Albert Heijn of het wagenpark van NS, dat zich profileert als ‘groen’. Maar hoe groen zijn die producten en diensten écht? Voor consumenten was dit vaak lastig te controleren, terwijl bedrijven met slimme marketing hun imago konden oppoetsen — soms zonder noemenswaardige duurzaamheidsinspanningen.
Daar komt dus verandering in. Vanaf 2026 mogen bedrijven deze claims alleen nog voeren als ze dat kunnen onderbouwen met keihard bewijs. Volgens het Europees Parlement is het tijdperk van loze duurzaamheidsbeloften voorbij. De nieuwe regels richten zich vooral op veelgebruikte termen als “milieuvriendelijk”, “natuurlijk”, “biologisch afbreekbaar” en vooral “klimaatneutraal” of “eco”. Zonder onafhankelijke certificaten of gedetailleerde onderzoeksresultaten is het afgelopen met deze aanwijzingen.
Compensatieprojecten tellen straks niet meer mee
Een van de belangrijkste punten uit de nieuwe wetgeving: compensatie via bijvoorbeeld bomen planten of CO2-projecten is straks niet genoeg om producten als klimaatneutraal te adverteren. Veel bedrijven, van luchtvaartmaatschappijen tot autofabrikanten, beloven nu nog een ‘groene’ reis of voertuig op basis van zulke compensaties. Vanaf 2026 mag dat niet meer zonder diepgaande transparantie over de daadwerkelijke impact, en alleen als bewezen wordt dat het hele productieproces echt duurzaam is.
De Europese politica Anna Cavazzini, bekend van haar rol voor de Groenen en als voorzitter van de commissie Interne Markt en Consumentenbescherming, is duidelijk: “Met deze wet beëindigen we de verwarring rond ‘groene’ producten. Consumenten krijgen het recht op betrouwbare, eerlijke informatie — zodat een bewuste en verantwoorde keuze maken eindelijk normaal wordt.” Cavazzini benadrukt: investeren in duurzaamheid mag en moet, maar bedrijven mogen niet langer suggereren dat massaproductie zonder meer klimaatneutraal is dankzij een project in het buitenland.
Wat betekent dit voor bedrijven en consumenten?
- Bedrijven moeten hun duurzaamheidsclaims vanaf 2026 veel zorgvuldiger onderbouwen, bijvoorbeeld met onafhankelijke keurmerken.
- Consumenten in Nederland kunnen straks effectiever groene alternatieven vergelijken en kiezen voor producten die écht bijdragen aan een beter milieu.
- Overheid en handhaving spelen een grotere rol bij het aanpakken van misleidende reclames. Het is dus slim voor ondernemingen om nu alvast te investeren in transparantie en duidelijkheid.
Deze Europese wet is het resultaat van maandenlange onderhandelingen tussen lidstaten en belangenorganisaties. De komende twee jaar krijgen alle EU-landen, dus ook Nederland, de tijd om de nieuwe regels om te zetten in nationale wetgeving. Gelet op de focus op duurzaamheid in de Nederlandse samenleving — van de campagnes van de Consumentenbond tot de bewustwording rond plastic verpakkingen — verwacht ik dat deze veranderingen snel zichtbaar zullen zijn in onze winkels en webshops.
Eén tip als u zelf bewuster wilt kopen: let straks goed op betrouwbare certificaten (zoals het Europees Ecolabel) en ga vooral niet alleen af op groene logo’s of vage claims. Het echte verschil zult u herkennen aan transparantie en aantoonbare resultaten, niet aan holle marketingtermen.