Veel ouders vragen zich af: wanneer is het goede moment om met kinderen over geld te praten? En misschien nog belangrijker: hoe doet u dat op een manier die beklijft, zonder dat kinderen er stress van krijgen? In deze gids deel ik de slimme, bewezen aanpakken voor gezinnen in Nederland anno 2025.

Waarom vroeg beginnen met geldgesprekken?

Uit recent onderzoek van het Nederlands Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) blijkt: financiële gewoonten ontstaan al op jonge leeftijd – soms al rond zeven jaar. Sterker nog, kinderen snappen basisbegrippen rond geld vaak al vanaf hun vijfde. Juist daarom is het slim om geld bespreekbaar te maken voordat zakgeld of een eerste pinpas op tafel komt. Zo geeft u uw kinderen een solide basis voor hun latere volwassen leven.

Openheid helpt: zo start u het gesprek

We leven bijna contantloos: zelfs een ijsje bij de speeltuin wordt vaak gepind of ‘geswiped’ met je mobiel. Dit maakt geld nogal abstract. Mijn tip: betrek uw kind geregeld bij dagelijkse geldzaken. Bijvoorbeeld als u boodschappen doet bij Albert Heijn of de HEMA, of als u samen online kijkt naar prijzen van speelgoed.

• Laat zien wat dingen kosten (ook als ze digitaal zijn).
• Benoem geldkeuzes: “We kopen nu pindakaas, dus slaan de koekjes over.”
• Leg uit dat niet altijd alles direct gekocht kan worden, ook als u het zelf soms graag zou willen.

Hoe leg ik uit dat we niet alles kunnen kopen?

Veel ouders worstelen ermee om nee te zeggen. Mijn ervaring: transparantie werkt. Vertel simpelweg dat ieder gezin keuzes moet maken met geld. U hoeft niet in detail te treden over uw hele budget – focus op waarom u bepaalde dingen wel of niet koopt. Laten we eerlijk zijn: samen kiezen vergroot het begrip. Geef bijvoorbeeld drie opties (“We kunnen deze maand naar de bioscoop, een nieuw spel kopen of sparen”). Zo voelt uw kind zich betrokken, en leert het meteen over prioriteiten.

Wanneer is zakgeld handig? En hoeveel?

Zodra uw kind enigszins met geld om kan gaan (meestal vanaf een jaar of 6-7), kan zakgeld waardevol zijn. Spreek duidelijke regels af: wat krijgt uw kind en wanneer? Koppel het – als u wilt – aan eenvoudige klusjes thuis, maar maak daar geen drilkamp van. Het draait om verantwoordelijkheid leren: als het zakgeld op is, dan is het op. Zo groeit er besef en eigen regie, zonder dat het saai of betuttelend wordt.

• Begin desnoods met een klein bedrag, bijvoorbeeld €1,50 tot €2,50 per week voor basisschoolleerlingen.
• Spreek af waar uw kind het geld voor mag gebruiken – een ijsje bij Oma’s IJssalon, een kaartje voor de Efteling, of sparen voor een grote LEGO-set.
• Gebruik een kinderrekening (zie het aanbod van bijvoorbeeld de ING of Rabobank juniorrekeningen) om digitaal sparen te oefenen.

Digitale betaalmiddelen: wanneer een eigen betaalpas?

Vanaf ongeveer 9 jaar zijn veel kinderen digitaal handig genoeg voor een eigen pinpas. Belangrijk: oefen samen met limieten, de pincode en waar u op moet letten bij online betalen. Ontdek samen apps zoals Gimi of de Rabobank jongerenapp – dat maakt digitaal geld tastbaarder. En spreek goed af: bij pinnen hoort ook het nee kunnen zeggen tegen impulsaankopen.

Tot slot: maak geldgesprekken leuk en laagdrempelig

Geld is geen taboe, maar ook geen dagelijks hoofdthema. De kunst is om het op een positieve manier in het gezinsleven te verweven. Gebruik spelsituaties, laat uw kind eens betalen in de supermarkt of bedenk samen spaardoelen. U zult zien: stap voor stap groeit het financieel zelfvertrouwen – en dát is misschien wel het mooiste geschenk voor later.