Déjà vu: het verrassende Franse fenomeen dat u doet denken dat u een ervaring al vaker beleefd heeft
- Dating Déjà Vu: Herhalen we steeds dezelfde fouten in de liefde?
- Pablo Laso’s déjà vu in Belgrado
We kennen het allemaal: dat moment waarop u denkt “dit heb ik eerder meegemaakt”. Misschien kruist u het pad van een onbekende op de Dam in Amsterdam of stapt u een café binnen in Groningen dat ineens heel vertrouwd voelt. Dit merkwaardige gevoel heet déjà vu, een Franse term die letterlijk “al gezien” betekent. In het Nederlands bestaat er ook een bijna-wetenschappelijke term: paramnesie. Dat beschrijft de gewaarwording dat een gebeurtenis vertrouwd is, alsof u het eerder beleefd of zelfs al eens over gedroomd heeft.
Waarom krijg ik een déjà vu?
De Schotse onderzoeker Akira O’Connor van de Universiteit van St Andrews gaf in zijn onderzoek een intrigerende kijk op déjà vu. Hij liet 21 proefpersonen woordenraden doen waarbij ze zich bewust valse herinneringen gingen vormen. Waar het opvallend werd: neurowetenschappelijk onderzoek liet zien dat het brein dan niet het geheugencentrum (de hippocampus) activeerde, maar juist de frontale kwabben – het deel dat beslissingen maakt. Het lijkt erop dat déjà vu een soort systeem-check is: uw brein test of het geheugen wel correct werkt. Het resultaat is dat typische kortsluit-momentje dat zo herkenbaar voelt.
Verschillende soorten déjà vu
Déjà vu kent meerdere smaken, afhankelijk van hoe de ervaring zich voordoet. De wetenschap onderscheidt drie types:
- Déjà senti: U herkent een gevoel. Bijvoorbeeld, iemand zegt iets en het voelt alsof u hetzelfde eerder heeft gehoord.
- Déjà visité: Een plek waar u voor het eerst bent, lijkt opvallend bekend – klassieke situatie voor reizigers in Maastricht of Rotterdam!
- Déjà vécu: De ervaring dat u een situatie tot in detail eerder heeft meegemaakt. Denk aan het vertellen van een reisverhaal en het sterke gevoel dat zelfs de reacties van uw vrienden u bekend voorkomen.
Interessant genoeg bestaat ook het tegenovergestelde: jamais vu (nooit gezien). U schrijft bijvoorbeeld het woord “fiets”, en ineens lijkt het vreemd of onlogisch, terwijl u het duizenden keren eerder heeft gebruikt. Uw hersenen herkennen het bekende als iets nieuws – een apart fenomeen dat nog lang niet volledig begrepen is.
Onderzoek onder 386 Nederlanders toont aan dat 76% ooit een déjà vu heeft gehad. Opvallend: hoe jonger u bent, hoe vaker u het ervaart. Van de 18- tot 29-jarigen heeft bijna 90% het meegemaakt. In de groep 30-39 jaar is dat 80%, in de 40-49 categorie rond de 70%, bij vijftigplussers zakt het verder naar 60%, en bij zestigplussers komt het voor bij ongeveer de helft van de mensen.
De oorsprong van déjà vu
De term déjà vu is geïntroduceerd in 1876 door de Franse psychiater Émile Boirac. Zijn fascinatie ging uit naar de plotselinge bekendheid van situaties die technisch nieuw moesten zijn voor de persoon. In 1896 kreeg het verschijnsel een medische dimensie toen neuroloog F.L. Arnaud het onderzocht bij een patiënt met geheugenverlies na hersenmalaria, en deze man bij herstel alles als vertrouwd aanvoelde, zelfs als dat onmogelijk was.
Freud en het psychoanalytische denken legden de link met paramnesie: situaties waarbij het geheugen ons overtuigt dat verzinsels realiteit zijn – vaak als gevolg van onderdrukte trauma’s of herinneringen.
Door de geschiedenis heen duikt het idee van ‘foute herinneringen’ steeds weer op. Zo sprak Augustinus in de vierde eeuw over “herinneringen in dromen aan dingen die we nooit eerder zagen of deden”. Denk ook aan de ideeën van voorbewustzijn en reïncarnatie uit het oude Griekenland. Augustinus waarschuwde zelfs dat dit gevoel ons kon misleiden.