Nieuwe studie: de ware prijs van materialen als bedrijven verantwoordelijk worden voor klimaatschade
We weten inmiddels allemaal dat de klimaatcrisis niet alleen de ijsberen raakt. Maar wat kost het ons écht als we als samenleving de schade door klimaatverandering doorberekenen aan de industrie? Volgens een recent onderzoek van de Universiteit van Californië, gepubliceerd in Environmental Research Letters, zouden de kosten van veelgebruikte bouwmaterialen fors stijgen als bedrijven volledige verantwoordelijkheid nemen voor de klimaatschade van hun producten. Sterker nog: voor de Amerikaanse industrie komt dat neer op zo’n 79 miljard dollar per jaar – omgerekend circa 73 miljard euro.
De onderzoekers stellen dat zo’n klimaatboete bedrijven zou motiveren om sneller over te schakelen op duurzame materialen, waardoor de kosten dalen door minder CO₂-uitstoot. Maar, en dit is niet mals, de productie van cement zou zomaar 61% duurder worden, kalk zelfs 62%. Gips zou 47% stijgen, staal 22% en plastic 19%. Dat zet je aan het denken: wat als bedrijven vooral kiezen voor materialen die weliswaar minder CO₂ uitstoten, maar op andere vlakken juist schadelijker zijn? Cement wordt drie keer zo duur als plastic – dat gaat de markt veranderen.
CO₂ is geen zondebok. Het is de hoofdrolspeler in de opwarming van onze planeet. Als broeikasgas houdt het warmte vast. Hoe meer CO₂ in de lucht, hoe sneller de aarde opwarmt. Terwijl er altijd een natuurlijke hoeveelheid in de atmosfeer was, verstoren wij dit evenwicht door fossiele brandstoffen (zoals olie of aardgas) te verbranden. Maar er is meer: veel chemische processen in de industrie, zoals cementproductie – wereldwijd na water het meest gebruikte materiaal – stoten ook CO₂ uit.
Hogere temperaturen smelten de poolkappen. Zo wordt het aardoppervlak donkerder, en dus nóg warmer – zoals je een zwart T-shirt in de zon draagt. Maar dat is nog niet alles: de afgelopen jaren zagen we duidelijk meer extreem weer zoals hittegolven, overstromingen of heftige stormen.
In hun berekeningen keken de onderzoekers puur naar de CO₂-uitstoot per ton materiaal. Sommige materialen, zoals staal en cement, vereisen hoge temperaturen, en daarvoor wordt meestal fossiele energie gebruikt — wat CO₂ uitstoot. Andere materialen, zoals asfalt en plastic, stoten weer minder direct CO₂ uit bij hun productie. In totaal werd bij negen materialen gekeken: asfalt, plastic, baksteen, glas, cement, kalk, gips, staal en aluminium. Alleen al in de VS veroorzaakten deze materialen in 2018 samen ruim 427 miljoen ton CO₂-uitstoot.
De onderzoekers gebruikten de Amerikaanse schatting van de ‘Sociale Kosten van Koolstof’: 184 dollar per ton. Zo kwamen ze uit op het verwachte prijsverschil per materiaal als bedrijven financieel aansprakelijk zouden worden gesteld. Volgens universitair onderzoekster Elisabeth Van Roijen zijn deze kosten nu oneerlijk extern verhaald op de maatschappij, terwijl het juist innovatie en duurzame alternatieven zou stimuleren als bedrijven deze rekening zélf gepresenteerd krijgen.
Het idee klinkt logisch, maar er zijn flinke haken en ogen. De onderzoekers benoemen bijvoorbeeld dat: “Als alleen de VS kosten doorberekent, kunnen goedkopere – en vaak vervuilendere – materialen uit het buitenland de markt overspoelen.” Zouden alle grote producerende landen kunnen samenwerken zonder dat bedrijven massaal gaan importeren? Bovendien: is het eerlijk dat een innovatief, duurzamer materiaal met iets minder CO₂-uitstoot alsnog extra duur wordt door een hoge klimaatprijs?
Stel: een nieuw cement-alternatief zorgt voor lagere uitstoot, maar is in productie wat duurder. Zal deze prijsstijging niet in z’n geheel worden doorgeschoven naar de consument, zeker bovenop die 61% stijging? Wordt de investeringsdrempel niet te hoog voor branchegenoten met beperkter budget?
Want let op: alternatieven zijn nooit volledig CO₂-vrij, ze zijn hooguit stapsgewijs beter. Het systeem van CO₂-internalisatie beloont alleen de top, terwijl tussentijdse verbeteringen misschien amper lonen. Ja, het is tijd voor actie, maar als geld de motivator is, dan moeten de kleine tussenstappen richting verduurzaming minstens even aantrekkelijk zijn als de oude, vervuilende routine.
Laat je niet foppen:
- Vaak hoor je de vraag: zijn we het point of no return van het klimaat al voorbij? Het eerlijke antwoord is: “Ja en nee.” Voor sommige processen is het te laat en zullen de temperaturen blijven stijgen. Maar: het kan nog erger worden als we nú niet ingrijpen. Dus hoe harder we remmen, hoe meer schade we beperken — tijd om aan de bel te trekken.
Bronnen (MLA):
- Van Roijen, Elisabeth, et al. “The Unaccounted-for Climate Costs of Materials.” Environmental Research Letters, vol. 19, no. 10, 2024, doi:10.1088/1748-9326/ad796e.