De oudste West-Europeaan komt tot leven in Atapuerca

Nieuwe fossielen uit Atapuerca tonen dat West-Europa al tot 1,4 miljoen jaar geleden werd bevolkt door de menselijke familie. Ontdek wat deze vondst betekent voor onze kijk op de Europese oermens.

Verspreid de liefde

Nieuw ontdekte jukbeen- en kaakbotten uit de beroemde vindplaats Atapuerca (Burgos) vormen het oudste bewijs van menselijke aanwezigheid in West-Europa – tussen de 1,1 en 1,4 miljoen jaar geleden. Wat betekent dat precies? En waarom spreekt het zo tot de verbeelding van wetenschappers, maar ook van mensen zoals u en ik? Hoog tijd om er dieper in te duiken.

Een nieuwe hoofdrolspeler: ‘Pink’

De meest recente vondst, gepubliceerd in Nature, bestaat uit delen van het linker gezichtsbeen van een volwassen hominide, samen met werktuigen en dierlijke botten met snijsporen – het resultaat van een oermenselijke maaltijd. Opvallend detail: de botten kregen de bijnaam ‘Pink’, een knipoog naar Pink Floyd, maar vooral een eerbetoon aan hoofdonderzoeker Rosa Huguet van het Iphes-Cerca in Tarragona.

De resten werden in 2022 opgegraven in een laag (TE7) met een precieze ouderdom van 1,1 tot 1,4 miljoen jaar. Daarmee is ‘Pink’ het oudst gekende lid van de menselijke familie uit Atapuerca – en zelfs van heel West-Europa. “Deze vondst introduceert een nieuw personage in het verhaal van de menselijke evolutie”, aldus Huguet.

Ouder en primitiever dan Homo antecessor

Atapuerca is wereldwijd beroemd door de ontdekking van Homo antecessor, onze Europese voorouder van zo’n 850.000 jaar oud. Met deze nieuwe vondst schuift de ontstaansgeschiedenis van mensen in Europa opnieuw verder terug. Eerder werden in dezelfde omgeving al een primitievere onderkaak (gevonden in hoger niveau TE-9, tussen 1,1 en 1,2 miljoen jaar oud) en talloze vuurstenen werktuigen ontdekt. Samen wijzen ze op een oude, mogelijk nog onbekende mensensoort.

Digitale 3D-reconstructies laten zien dat ‘Pink’ qua bouw veel gemeen heeft met Homo erectus, de rechtop lopende mens, maar niet alle kenmerken komen overeen. Zo heeft ‘Pink’ een platte, minder ontwikkelde neuszone, wat hem onderscheidt van bijvoorbeeld Homo antecessor, die een modernere gezichtsvorm had.

Homo erectus: Europa’s eerste ontdekkingsreiziger?

Wetenschappers beschouwen Homo erectus als de pionier die als eerste Afrikaanse mensachtigen naar Eurazië bracht. Botten van Homo erectus werden al gevonden op locaties van Georgië (Dmanisi, 1,8 miljoen jaar), Oekraïne (Korolevo, 1,4 miljoen jaar – vooral stenen werktuigen) en recentelijk in Roemenië (Graunceanu, 1,95 miljoen jaar – bewerkte dierenbotten). Maar echte menselijke resten blijven zeldzaam.

Op basis van deze verspreide vondsten achten toonaangevende onderzoekers het heel aannemelijk dat Homo erectus of een nauw verwante soort rond dezelfde periode in Oekraïne, Spanje en mogelijk zelfs verder oostelijk voorkwamen. De menselijke diaspora lijkt dus sneller verlopen te zijn dan voorheen gedacht: van Afrika, langs de Zwarte Zee tot aan het huidige Spanje en zelfs Azië, in minder dan een miljoen jaar.

‘Pink’: iets nieuws, maar nog niet helemaal Homo erectus

De Atapuerca-botten lijken sterk op Homo erectus, maar zijn niet identiek. Wetenschappers spreken daarom voorlopig van Homo affinis erectus – een soort die nauw verwant is, maar nét anders genoeg om misschien een eigen plekje in de menselijke stamboom te verdienen. “Het is het meest op Homo erectus lijkende fossiel uit West-Europa, maar we sluiten niet uit dat het om een unieke, tot nu toe onbekende soort gaat”, zegt María Martinón-Torres van het CENIEH.

Op dit moment blijven onderzoekers dan ook voorzichtig met speculeren over de exacte plek van ‘Pink’ binnen het menselijk evolutionaire netwerk. Feit blijft: zonder verdere menselijke fossielen in Europa uit die tijd, blijft het gissen en blijft elke vondst van groot belang.

Een groen, vochtig bos aan de wieg van de Europese mens

Achter de schermen werken tientallen experts samen, onder andere van het Institut Catala de Paleoecologia, de Universiteit Rovira i Virgili en het CENIEH in Burgos. Opvallend is de directe Nederlandse connectie: teamlid Julia Galán García is momenteel als onderzoeker verbonden aan het Naturalis Biodiversity Center in Leiden (waar veel Nederlandse fossiel-liefhebbers kind aan huis zijn!), terwijl Carmen Núñez Lahuerta samenwerkt met het Senckenberg Instituut in Frankfurt.

Door duizenden fossielen te bestuderen – van muisjes, vleermuizen tot kikkers – ontdekten de onderzoekers dat ‘Pink’ leefde in een open, vochtig bos met stromende beekjes nabij de Sima del Elefante. Niet het droge Spanje van nu, maar een landschap dat verrassend veel weg had van de groene bossen rond de Veluwe of de Utrechtse Heuvelrug vandaag de dag.

Meer dan twee ton sediment uit de laag TE7 werd uitgezeefd, en de vondst van talloze kleine botten speelde een sleutelrol in het reconstrueren van deze lang verdwenen leefwereld. Dat maakt van Atapuerca niet alleen een archeologische goudmijn, maar hét venster op het Europese verleden.

Wat betekent dit voor u?

Atapuerca bewijst dat de Europese geschiedenis ouder en veelzijdiger is dan we ooit konden dromen. Misschien kijkt u voortaan met andere ogen naar een wandeling door het bos of de fossielen in het Teylers Museum in Haarlem. Onze wortels reiken soms dieper dan we durven vermoeden.

Dus: wie weet wat de volgende opgravingen in Atapuerca opleveren? Eén ding staat vast – u hoort er als eerste van!