Neolithische moeders gaven hun kinderen honden(tand)kettingen mee: over een bijzondere vondst in Duitsland

Archeologen ontdekken in Saksen-Anhalt kindergraven met kettingen van hondentanden. Wat deze Neolithische vondst zegt over moederschap, status en rituelen – en waarom het Nederlandse musea kan inspireren.

Verspreid de liefde

Archeologisch topnieuws: wat vergeten kindergraven vertellen over gezinsleven en rituelen in het laat-Neolithicum

  • Oog in oog met een gigantische komeet: de wetenschap aan de voeten van de kosmos
  • NASA onthult: dit is waarom we op Mars nog geen leven vonden

Wie denkt dat alleen moderne ouders hun kinderen sieraden cadeau doen, zal zich verbazen: bij een routineproject voor bovengrondse elektriciteit in Oost-Duitsland is het dagelijkse prehistorische gezinsleven onverwachts aan het licht gebracht. Bijna 4.500 jaar oude graven van vrouwen en jonge kinderen geven een zeldzaam inkijkje: hier vond men kettingen van hondentanden, elegante leren zakjes en liefdevol ingerichte grafgiften.

De locatie: de omgeving van Krauschwitz, op zo’n 85 kilometer ten noordoosten van Dresden. Dit kleine dorpje bleek een goudmijn voor archeologen, die de aanleg van de SuedOstLink, een nieuwe hoogspanningsroute door Saksen-Anhalt, nauwlettend volgden. Eerdere vondsten waren bijzonder, maar zo veelzeggend als deze graven zag men het zelden.

Het uitgebreide team van de Landesamt für Denkmalpflege en Archeologie stuitte op grafgiften en overblijfselen die nieuwe inzichten opleveren over sociale structuren, opvoednormen en vrouwelijke status in het laat-neolithicum, de zogenaamde Touwbekercultuur. Het onderzoek herschrijft ons beeld van het Europese prehistorische gezinsleven.

Een tijdscapsule: het verhaal van de Touwbekercultuur in honden(tand)kettingen

Waar menig museumbezoeker aan kralen denkt bij neolithische sierraden, prikkelen deze vondsten de verbeelding: archeologen troffen resten van leren tasjes, versierd met ingenieus geregen doorboorde hondentanden. De tanden, afkomstig van kleine jachthonden vergelijkbaar met onze eigen Small Münsterländer, vormden overlappende patronen, bijna als dakpannen.

Onderzoek wijst uit dat deze tassen ongeveer 30 bij 20 centimeter groot waren en wel 350 tanden konden bevatten. Zo’n huzarenstukje vraagt om grote technische vaardigheid, wat suggereert dat de draagsters vrouwen van aanzien waren. De manier waarop de tasjes op de overledenen lagen — op de borst, als een soort borstschild — onderstreept hun sociale betekenis in de gemeenschap.

Voor huidige archeologen zijn dit topstukken: ze laten de zorg, trots en positie van vrouwen uit de prehistorie zien. Zulke vondsten maken het prehistorische familieleven direct voelbaar — en doen je als bezoeker van bijvoorbeeld het Rijksmuseum van Oudheden ineens heel anders kijken naar bekende collecties.

Vroege draagdoeken: kleding, zorg en magie in babygraven

Opvallend is het patroon bij de kindergraven. Botten van zuigelingen werden soms letterlijk in de leren tasjes gelegd, bij andere graven lagen ze ernaast. In één geval werd een tasje gevonden bij een vrouw die was overleden tijdens haar zwangerschap — een detail dat archeologen doet vermoeden dat deze draagzakken persoonlijk bezit waren en niet werden doorgegeven aan volgende generaties. De band moeder–kind is hiermee tastbaar.

Details bewijzen nóg meer zorg: sommige baby’s waren gewikkeld in textiel, als een doek, met daarboven op de stof wederom geborduurde hondentanden, meestal kiezen. Vrij recent onderzoek zocht hier een beschermende, magische betekenis achter. Misschien hoopte men het kind zo te behoeden voor ongeluk en ziekte. In elk geval hadden de tasjes een dubbele functie: praktisch, als draagzak en schat, maar ook als ceremonieel object.

Alles bij elkaar vertellen deze vondsten het verhaal van een moeilijk leven vol risico, maar óók van zorg, verbondenheid en respect. Niet alleen de vrouwen- en kindgraven werden ontdekt: op dezelfde locatie vonden archeologen grafheuvels van de nog oudere Baalbergcultuur, rond 4000 v.Chr. — een periode die ons beeld van het vroegste boerenleven verder verdiept.

De opgegraven heuvels werden geconstrueerd met trapeziumvormige houten frames en bedekt met löss, lokaal opgedwarreld stuifzand. Het doorlopende gebruik van deze plek als begraafplaats toont een sterk gevoel van respect en gemeenschap onder deze vroege bewoners. Een twintigtal specialisten werkt tot eind juli verder aan het blootleggen, veiligstellen en documenteren van deze vondsten, waarna ze hopelijk binnenkort te zien zijn in onder meer het Landesmuseum Halle of – wie weet – op reis langs Nederlandse musea.