Nieuwe inzichten tonen aan: De Te’omim-grot werd mogelijk gebruikt als orakel en centrum voor necromantische rituelen in het Romeinse tijdperk.
Men denkt bij necromantie vaak aan mysterieuze verhalen, films of zelfs populaire games. Maar deze eeuwenoude praktijk, waarbij men contact zocht met de doden om inzicht te krijgen in de toekomst, was ooit opmerkelijk gewoon in culturen als Babylon, Egypte en Perzië. Dankzij recente archeologische vondsten weten we nu dat necromantie óók in het Romeinse tijdperk een plek had — en nog wel in wat nu Israël is.
Een team archeologen van de Israëlische Oudhedenautoriteit en de Bar-Ilan Universiteit, onder leiding van Boaz Zissu, publiceerden in 2025 opvallende resultaten in de Harvard Technological Review. Zij onderzochten gedurende 14 jaar artefacten uit de Te’omim-grot, ten westen van Jeruzalem.
Waarom is de Te’omim-grot zo bijzonder?
De grot speelde ruim 2000 jaar geleden al een rol als schuilplaats tijdens de Joodse Bar-Kochba opstand (132 na Christus). Maar wat de onderzoekers nu ontdekten, werpt een nieuw licht op het dagelijks leven én de spirituele zoektocht van de Romeinse periode in de regio.
Archeologische vondsten: Lampen, wapens en menselijke schedels
- Meer dan 120 olielampen
- Wapens, kruiken en munten
- Drie menselijke schedels
Veel objecten zaten verstopt in kleine nisjes of spleten. Bijzonder detail: de lampen werden vaak dicht bij botten en schedels geplaatst. Dit wijst, volgens Zissu en zijn team, op rituelen waarmee men letterlijk ‘licht zocht’ bij de overledenen.
Was het magie, bijgeloof of vroeg-wetenschap?
Natuurlijk werd necromantie in latere tijden al snel met ‘zwarte magie’ geassocieerd — maar dat was toen anders. Lokale geschriften uit de Romeinse tijd vermelden dat men in vlammen van olielampen patronen probeerde te lezen, in de hoop signalen van overledenen te ontvangen.
Het plaatsen van wapens bij de schedels lijkt te duiden op een poging om zich tegen boze geesten te beschermen. Wat opvalt: deze rituelen werden mogelijk als lokale orakelpraktijken geaccepteerd, zeker gezien het bijzondere karakter van de grot als geheime plek.
Hoe herken je necromantie in archeologische vondsten?
Het blijft puzzelen voor archeologen om magie in het materiële erfgoed te herkennen. Meestal zoeken ze naar resten van dierlijke of menselijke lichaamsdelen, unieke huishoudelijke voorwerpen en de bijzonder manier waarop zij zijn achtergelaten.
De conclusie? Met alle gevonden relikwieën en historische bronnen lijkt het aannemelijk dat de Te’omim-grot tijdens de Romeinse periode werd gebruikt voor necromantische rituelen. Misschien fungeerde deze mysterieuze plek zelfs als een soort lokaal, geheim orakel voor dorpelingen uit de regio Jeruzalem-West.
Waarom is dit relevant voor ons vandaag?
Niet alleen geeft dit onderzoek een fascinerend inkijkje in spirituele gewoontes van onze voorouders — het laat ook zien hoe de behoefte om vragen te stellen aan ‘de andere kant’ van alle tijden is.
Heeft u ooit stilgestaan bij de verhalen achter lokale grotten, oude kapelletjes of merkwaardige plekken in Noord-Holland of Limburg? Wellicht schuilt daar ook nog een verborgen geschiedenis. Eén ding is zeker: onze omgang met het onbekende is een prachtig, tijdloos menselijk gegeven.