De meeste mensen staan er nauwelijks bij stil, maar hoe u reageert op vreemden is vaak diep geworteld in uw jeugd. Misschien heeft u nooit gelet op uw gebaren, de toon van uw stem of wat uw non-verbale communicatie eigenlijk zegt. Toch blijkt uit psychologisch onderzoek dat dit allemaal betekenis heeft.
Hoe u groet, vindt zijn oorsprong vaak in uw kindertijd.
Foto: Shutterstock
De manier waarop u als kind leerde omgaan met vreemden, werkt vaak door tot ver in de volwassenheid. Sommigen leggen makkelijk contact en babbelen met vrijwel iedereen, terwijl anderen het liefst de blik afwenden en snel verder lopen zonder groet.
U groet vriendelijk en begint vaak direct een gesprek
U glimlacht al van verre naar onbekenden. Zodra u ergens binnenkomt, roept u luid ‘Hallo!’, glimlacht en zoekt oogcontact. Voor u blijft het meestal niet bij een groet; u maakt makkelijk een praatje, vraagt hoe het gaat of maakt een luchtige opmerking. U vindt het leuk om mensen te ontmoeten, of het nu leeftijdsgenoten zijn, ouderen of jongeren. Even socializen doet u moeiteloos.
Wat zegt dit over uw jeugd? Grote kans dat u bent opgegroeid in een open communicatieklimaat, waar aandacht was voor elkaar. Uw ouders leerden u niet alleen om beleefd te zijn, maar vooral om contact te maken. Als kind mocht u zich uiten, werd u serieus genomen en was uw stem belangrijk. Mogelijk zagen u en uw broers of zussen hoe uw ouders zelf open communiceerden — en nam u dat over.
Psychologisch gezien heeft u waarschijnlijk een sterke basis van innerlijke veiligheid. U ziet de wereld en de mensen om u heen als grotendeels vriendelijk en toegankelijk.
Mensen die van huis uit open omgang leerden, leggen makkelijk contact met anderen.
U groet omdat het hoort, maar houdt liever wat afstand
Komt u iemand tegen, dan volgt een kort maar duidelijk ‘Hallo’ of een knikje. U ontwijkt contact niet, maar u zoekt het ook niet actief op. U groet, omdat het beleefd is — zo heeft u het van huis uit meegekregen. Uw ouders leerden u dat groeten hoort, maar legden er niet per se nadruk op het warme contact erachter.
Wat onthult dit over vroeger? Mogelijk hoorde u thuis vaak: ‘Groeten is gewoon netjes‘. Respect was belangrijk, maar met een zeker voorbehoud. Misschien groeide u op met duidelijke regels en structuur. Spontaniteit of speelsheid kwamen minder aan bod.
U combineert beleefdheid met een zekere voorzichtigheid. U volgt de sociale regels, maar het leggen van een emotionele band hoeft voor u niet meteen.
U groet zachtjes en ontwijkt oogcontact
Komt u op onbekend terrein, dan mompelt u een stille groet en kijkt snel weg. Het gebeurt regelmatig dat mensen uw groet niet eens opmerken, en dat is u eigenlijk wel zo lief. In de schijnwerpers staan is niet uw favoriete positie.
Wat zegt dit over uw jeugd? Misschien was uw thuissituatie minder stabiel, voelde u zich niet altijd veilig of werd initiatief minder aangemoedigd. U was misschien bang om iets fout te doen en daar op aangesproken te worden. Groeten voelt als een must, maar het kost u ongemak of spanning.
Psychologisch gezien kreeg u als kind misschien weinig complimenten bij initiatief, of werd uw stem niet echt gehoord.
Mijdt u contact met vreemden, dan ziet u de wereld mogelijk niet direct als een veilige plek.
U ontwijkt liefst elke interactie en groet liever helemaal niet
Komt u een vreemde tegen, dan kijkt u weg en doet alsof u diegene niet ziet. Groeten voelt ongemakkelijk of zelfs overbodig.
Wat zegt dit over uw jeugd? Het kan zijn dat de wereld voor u niet als veilig voelde — niet vroeger en niet nu. U leerde niet hoe u zich met onbekenden moest gedragen, of voldeed aan regels die afstand belangrijker maakten dan contact. Zo ontstaan beschermingsmechanismen. U kiest ervoor om u eerder af te schermen dan u open te stellen.