Neanderthalers blijken in België onverwachte multitools te fabriceren, ruim een eeuwduizend jaar geleden
- Onthulling: Twee explosies van een ster op exact het juiste moment vastgelegd
- Wetenschappers staan op het punt donkere materie te betrappen – en wel met zwevende objecten
Stelt u zich even voor: u staat midden in België, waar het landschap wordt gevormd door eeuwenoude grotten en de geur van natte aarde. In de Scaldina-grot, niet ver van het centrum van het land, hebben onderzoekers een opmerkelijk voorwerp opgegraven. Wat deze vondst zo bijzonder maakt: dit gereedschap stamt uit een tijd van ongeveer 130.000 jaar geleden en is niet gemaakt door Homo sapiens, maar door Neanderthalers.
Onze beeldvorming van Neanderthalers is lange tijd nogal karikaturaal geweest. Vaak werden ze afgeschilderd als primitiever dan wij moderne mensen. Maar van die simplificaties nemen we de laatste jaren afscheid. Deze ontdekking laat opnieuw zien dat Neanderthalers ingenieuzer en veelzijdiger waren dan velen van ons denken.
Het gereedschap zelf is vervaardigd uit een dijbeen van de Panthera spelaea, beter bekend als de grottenleeuw. Deze indrukwekkende dieren zwierven tot ongeveer 13.000 jaar geleden door Europa. De analyse wijst erop dat het bot doelbewust is bewerkt door Neanderthalers – niet toevallig, maar met vakmanschap en een duidelijk idee voor ogen.
Een multitool avant la lettre
Het onderzoeksteam van de Universiteit Gent was met recht gefascineerd door de vondst. Op het bot bleken namelijk vier verschillende werktuigen in één enkel object verwerkt te zijn, met duidelijke sporen van hergebruik. Volgens het vakblad Popsci lijkt het erop dat de Neanderthalers het dijbeen van de leeuw hebben ingezet als ‘chisel’, oftewel beitel. Later is het bot gebroken en hergebruikt voor het bewerken van vuurstenen, een techniek die we vandaag de dag als ‘retouche’ kennen.
Dit geeft ons een inkijkje in het technisch inzicht én het aanpassingsvermogen van deze prehistorische vaklieden. Niet simpelweg iets maken en daarna weggooien, maar grondstoffen maximaal benutten. Het feit dat ze een grottenleeuwbot, niet zomaar een willekeurig dier, op deze manier verwerkten, laat hun cognitieve vaardigheden en creativiteit zien.
Bovendien werpt deze vondst nieuw licht op de relatie tussen Neanderthalers en de machtige grottenleeuwen, waarmee ze hun leefgebieden deelden. In andere grotten – denk aan bekende vindplaatsen als Spy of Goyet in Wallonië – troffen archeologen eerder sporen aan van het villen en in stukken snijden van leeuwen. Maar de Scaldina-vondst is uniek: dit is de eerste keer dat men een daadwerkelijk hulpmiddel uit leeuwenbot documenteert.
Interessant detail: dezelfde technieken werden ook toegepast op botten van beren uit dezelfde grot. De onderzoekers vermoeden daardoor dat de leeuw voor Neanderthalers in praktische zin niet méér waarde had dan de beer. Het was eerder een kwestie van beschikbaarheid en bruikbaarheid, dan symboliek of ritueel.
Wat betekent dit nu? Voor archeologen biedt de “leeuwen-multitool” een heel concreet voorbeeld om naar te zoeken op andere prehistorische vindplaatsen. En voor ons allemaal: een goed moment om ons beeld van de Neanderthaler bij te stellen. Wie weet wat voor verrassende vondsten de komende jaren in Limburg, Drenthe of zelfs in de Noordzee opduiken. Eén ding is zeker: de Neanderthaler verdient een plek naast ons aan tafel van uitvinders.