EU wil verbrandingsmotoren verbieden vanwege emissies, terwijl elders enorme hoeveelheden broeikasgassen vrijkomen

De EU wil verbrandingsmotoren uitfaseren om broeikasgasuitstoot te verminderen, terwijl er elders nog steeds grote hoeveelheden andere broeikasgassen vrijkomen. Het probleem vraagt om een brede, sectoroverstijgende aanpak.

Verspreid de liefde

De Europese Unie staat op het punt verbrandingsmotoren vanaf 2035 uit te faseren als reactie op de klimaatcrisis. Toch ontsnapt op andere plekken in Europa nog altijd een groot volume broeikasgassen – en niet alleen uit auto’s of vrachtwagens. Als we écht effect willen hebben op het milieu, moeten we verder kijken dan alleen het verkeer. Het probleem is breder en vraagt om doordachte, gezamenlijke stappen in verschillende sectoren.

Hoe zinvol is het verbod op verbrandingsmotoren?

Op het eerste gezicht lijkt het verbod op nieuwe auto’s met een verbrandingsmotor misschien slechts symbolisch, zeker als je kijkt naar hoeveel CO2 er op andere plekken in onze maatschappij vrijkomt. Denk bijvoorbeeld aan Rotterdamse industrie of landelijk grootschalige landbouw. Natuurlijk, het verkeer zorgt voor aanzienlijk veel uitstoot. Maar terwijl er strenge regels worden opgesteld voor auto’s, stroomt er via andere kanalen nog altijd een enorme hoeveelheid broeikasgassen de lucht in.

Methaan: de stille vervuiler

Veel mensen denken bij broeikasgassen vooral aan CO2. Toch is methaan minstens zo problematisch. Een incident in 2024 liet zien dat een lek in een Europees gaspijpleidingsnet een uitstoot veroorzaakte die gelijkstaat aan een jaar rijden met meer dan 700.000 benzineauto’s op de weg! Dit soort gebeurtenissen zijn schokkend, zeker als je je realiseert dat ze grotendeels te voorkomen zijn.

Binnen de EU: meer dan alleen auto’s

De Europese Unie investeert stevig in het terugdringen van CO2-uitstoot door regels voor voertuigen, verwarmingsketels en industrie. Maar methaanlekkages, net als in de landbouw, brengen minstens zoveel schade toe. Het is dus essentieel dat het beleid zich ook richt op deze ‘verborgen’ uitstoters.

Zet ook in op landbouw en voeding

Het Nederlandse boerenlandschap is prachtig, maar de landbouwsector stoot wel broeikasgassen uit. Vooral de veestapel levert een flinke bijdrage aan methaan, en het gebruik van kunstmest zorgt voor de uitstoot van lachgas (N₂O). Deze sector verdient dus meer aandacht binnen het klimaatbeleid, zowel nationaal als Europees.

Afvalbeheer: methaan uit stortplaatsen

Een andere grote bron is de afvalsector. Stortplaatsen produceren methaan, en dat gas is 28 keer krachtiger dan CO2 over een periode van 100 jaar. Nederland investeert gelukkig al in recycling en compostering, maar verder investeren in moderne afvalscheiding en biogasinstallaties kan onze emissies nog fors verlagen.

Bouwen met een schoner geweten

Waar u misschien niet direct aan denkt: de bouw en productie van materialen zoals cement zijn verantwoordelijk voor miljarden kilo’s aan uitstoot elk jaar. Door te kiezen voor hernieuwbare of circulaire bouwmaterialen, en strengere energienormen voor woningen en kantoren, kan deze sector zijn emissievoetafdruk snel verkleinen.

Snellere overgang naar groene energie

Onze energietransitie versnelt: windparken op de Noordzee, grootschalige zonnevelden rond Eindhoven, en innovaties op het gebied van waterstof. Dit alles is onmisbaar voor het succes van het Nederlandse en Europese klimaatbeleid. Maar: duurzame energie toegankelijk maken voor alle huishoudens en bedrijven blijft een grote uitdaging voor 2025.

Kijken over de grens: internationale samenwerking

Broeikasgassen trekken zich niets aan van landsgrenzen. Daarom werkt de EU steeds intensiever samen met andere landen om technologieën, knowhow en investeringen te delen. Denk aan partnerschappen met België en Duitsland voor CO2-opslag, of steun aan duurzame projecten in Afrika en Zuid-Amerika.

De kracht van samen: uw rol in het klimaatbeleid

Het voornemen om verbrandingsmotoren te verbieden is een sterke stap vooruit, maar het is geen wondermiddel. Van industrie tot landbouw, afvalverwerking, energie en de bouw: elk sector heeft zijn verantwoordelijkheid. Ook u kunt – door de juiste keuzes te maken in uw huishouden, bij het boodschappen doen of via lokale initiatieven – een wezenlijke impact hebben.

Als we als Europa het verschil willen maken, is een integrale, slimme benadering onmisbaar. Laten we dus niet alleen kijken naar wat zichtbaar is op de wegen, maar ook naar de verborgen bronnen van broeikasgassen. Alleen samen, via innovatie en samenwerking, maken we het Nederlandse en Europese klimaatbeleid écht succesvol.