Ozonvervuiling daalt dankzij minder uitstoot van stikstofoxiden door verkeer

De ozonvervuiling aan de grond, schadelijk voor de volksgezondheid, is de laatste jaren afgenomen in Nederland. Moderne voertuigen en minder uitstoot van stikstofoxiden uit verkeer spelen hierin een sleutelrol.

Verspreid de liefde

De lucht die we inademen, wordt steeds schoner. In de afgelopen jaren is de hoeveelheid schadelijke ozon aan de grond in Nederland merkbaar gedaald. Dat is goed nieuws, want ozon is niet alleen vervelend voor mensen met gevoelige luchtwegen – het is voor iedereen ongezond. Wat zit daarachter? Moderne auto’s en de groei van elektrisch vervoer zorgen voor minder uitstoot van stikstofoxiden, een belangrijke veroorzaker van ozon.

Drukke wegen in Amsterdam en Rotterdam zorgen traditioneel voor veel verkeersemissies, maar het beeld verandert snel. Een recent Duits onderzoek van het Institute for Advanced Sustainability Studies (IASS) laat zien dat juist de afname van stikstofoxiden (NOx) uit wegverkeer een duidelijke invloed heeft op de ozonwaarden in de zomermaanden.

Snelle afname stikstofoxiden door schonere voertuigen en elektrische auto’s

De onderzoekers concludeerden dat de ozonconcentratie tijdens hete zomers in veel regio’s duidelijk afneemt. De oorzaak? Voornamelijk de afnemende uitstoot van NOx, afkomstig van auto’s, bussen en vrachtwagens. Aangezien verkeer in Nederland de grootste NOx-bron is, geldt deze trend ook voor steden als Utrecht en Den Haag, waar steeds meer elektrische stadsbussen rijden.

Het is opvallend hoe snel vernieuwing van het wagenpark en de overstap naar elektrische auto’s resultaten boeken. Vooral het zuidwesten van Duitsland zag dit duidelijk terug – net als we dat zien in Brabant en Limburg, waar duurzame mobiliteit sterk groeit. Maar in grote steden als Berlijn – en in mindere mate Amsterdam – blijft de verbetering soms iets achter, mede door drukte en langzamere vernieuwing van het wagenpark.

Stikstofoxiden zijn de zogenoemde ‘voorlopers’ van ozon: zij zorgen via complexe chemische reacties, vooral bij zonlicht, voor de vorming van ozon. Blootstelling aan hoge ozonconcentraties veroorzaakt oogirritatie, verergert bestaande ademhalingsproblemen en is een risico voor mensen met bijvoorbeeld astma of COPD.

Voor het onderzoek werden langdurige metingen van ozonwaarden per uur gecombineerd met data over NOx-concentraties, verzameld op meetstations verspreid over Duitsland. Zo konden wetenschappers trends vergelijken in de periode 1999-2008 en 2009-2018 – vergelijkbare cijfers zijn inmiddels ook beschikbaar voor Nederland dankzij het RIVM.

Grote verschillen tussen steden en regio’s

De conclusie is duidelijk: hoge temperaturen zorgen nog steeds voor hogere ozonwaarden, maar het effect is nu zichtbaar minder groot dan twintig jaar geleden. Maatregelen tegen NOx blijken dus echt effect te hebben.

De verschillen tussen steden zijn groot. In Wörth am Rhein daalde de NOx-uitstoot tussen beide perioden met 35%. Ter vergelijking: in Berlijn was deze daling slechts 7,5%. In Nederland zien we gelijkaardige regionale spreiding: zo plukken steden met veel elektrisch vervoer de meeste vruchten, terwijl in oude binnensteden de vernieuwing wat trager loopt.

Belangrijk om te beseffen is dat ozon niet alleen door NOx wordt gevormd. Ook vluchtige organische stoffen uit uiteenlopende bronnen – van industrie tot recreatief vaarverkeer op het IJsselmeer – dragen bij.

Hoe kunt u zelf bijdragen aan schonere lucht?

  • Kies vaker voor de fiets of het ov, zeker in stedelijke gebieden
  • Overweeg bij een nieuwe auto een elektrische of hybride variant
  • Ondersteun lokale initiatieven voor duurzame mobiliteit, zoals deelauto’s
  • Blijf ventileren, maar juist op momenten dat de buitenlucht schoner is (vroeg in de ochtend of laat in de avond)

Het is motiverend om te zien dat maatregelen tegen luchtvervuiling daadwerkelijk effect hebben. Minder stikstofoxiden leidt direct tot minder ozonsmog, vooral in warme zomers. Dat is gezond nieuws voor ons allemaal – en goed voor de toekomst van Nederland als fietsland én koploper in duurzame mobiliteit.