Psychologen waarschuwen: Deze 6 zinnen laten u op het werk dom overkomen, ook al bent u het niet

“Ik weet dat dit misschien een domme vraag is, maar…” Veel mensen gebruiken zulke zinnen uit bescheidenheid of onzekerheid. Psychologen leggen uit waarom goedbedoelde formuleringen uw geloofwaardigheid kunnen schaden—én hoe u dat verandert.

Verspreid de liefde

“Ik weet dat dit misschien een domme vraag is, maar…” Klinkt bekend? Veel van ons gooien die soort zinnen eruit—niet omdat we niet slim zijn, maar omdat we beleefd, bescheiden of gewoon een beetje onzeker willen overkomen. Toch merken steeds meer psychologen in Nederland op: juist zulke goedbedoelde formuleringen kunnen uw professionele geloofwaardigheid ondermijnen. En dat, zelfs wanneer u vol competentie, ideeën en lef zit.

U herkent het vast: soms klinkt u op het werk onbedoeld onzeker.

Waarom gebeurt dit eigenlijk? En hoe zorgt u dat u niet in een negatieve spiraal terecht komt, maar wél regie pakt over uw communicatie?

U bent niet dom — misschien gewoon te beleefd, gespannen of moe

Meestal hangt een onzekere uitstraling níét samen met gebrek aan kennis of vaardigheden. Integendeel: vaak zijn het juist de bewuste, sympathieke collega’s die zichzelf klein maken, bang om arrogant te lijken of teveel ruimte in te nemen. Perfectionisme, het iedereen naar de zin willen maken, of sociale spanning spelen ook een rol. Bovendien heeft iedereen wel eens een mindere dag—kort geslapen, privézorgen of simpelweg teveel op het bord. In zo’n bui betrapt u uzelf sneller op voorzichtig taalgebruik, excuses of zelfs het ondermijnen van uw eigen punt. Vaak gebeurt dat onbewust.

Precies dáár waarschuwen psychologen en communicatie-experts voor: sommige zinnen klinken vriendelijk, maar zijn “onnodig zelfondermijnend”. Niet omdat u er direct slechter door wordt, maar omdat ze een ongedachte boodschap van onzekerheid afgeven—en u dus minder professioneel kunnen laten overkomen.

Sommige mensen schakelen uit gewoonte over op “klein praat”.

Deze 6 zinnen klinken onschuldig, maar ondergraven uw geloofwaardigheid

Waarschijnlijk gebruikt u er minstens een paar zonder nadenken. Maar wist u dat, hoe bescheiden of hulpvaardig ze ook bedoeld zijn, ze in Nederland steeds vaker als signaal van zwakte worden gezien? Herkent u ze bij uzelf?

  1. “Misschien stelt het niks voor, maar ik dacht…”
  2. “Ik weet eigenlijk niet goed waarom ik dit zeg, maar…”
  3. “Het is vast niet belangrijk…”
  4. “Ik ben er niet zeker van, maar misschien…”
  5. “Het is waarschijnlijk een domme vraag, maar…”
  6. “Het is maar een kleinigheid…” (“Ik wilde alleen maar zeggen dat…”)

Elke zin hierboven kan een subtiel signaal zijn: u gelooft niet helemaal in uzelf. Psychologen noemen dit vaak een “voorafgaande verdediging”: door uzelf alvast klein te maken, hoopt u eventuele kritiek vóór te zijn. Helaas bereikt u zo vooral dat collega’s of leidinggevenden u als minder competent zien dan u bent. Geen onoverkomelijke fout, wel een ingeslepen gewoonte—en gelukkig eentje die u kunt doorbreken!

Check ook goed uw e-mailtaal: vaak sluipen zulke formuleringen in zonder dat u het doorheeft.

Zo klinkt u zekerder—ook als u dat niet altijd bent

U hoeft echt geen extraverte vergadertijger te worden (en Amsterdam zit er vol van!), maar kleine aanpassingen in uw taalgebruik hebben echt impact. Met deze tips versterkt u direct uw professionele uitstraling:

  • LUISTER bewust naar uw eigen taal. Valt u over uzelf heen met “Sorry dat ik stoor”, ook als u iets volkomen normaals vraagt? Probeer “Dank voor uw tijd!” in plaats van een overbodige verontschuldiging.
  • Vervang vage twijfeltaal door neutrale formuleringen. Niet: “Misschien stom, maar…”, wél: “Het lijkt me goed om te kijken naar…”. U blijft beleefd, maar zonder onderdanigheid.
  • ADEM. Letterlijk. Stress? Mensen gaan sneller praten of hoger piepen. Even diep ademhalen en pas dan spreken, maakt u hoorbaar kalmer en zekerder.
  • Streef niet naar perfecte zinnen. Natuurlijke, duidelijke taal maakt betrouwbaarder dan opgepoetste schooltaal. Collega’s herkennen ingestudeerde standaardzinnen direct—en waarderen het als u ‘gewoon uzelf’ bent.

En vooral: wees mild voor uzelf. Als u snel zenuwachtig bent bij spreken of presenteren, zegt dat niks over uw competenties. Iedereen ontwikkelt zijn of haar werkwijze in eigen tempo. Soms is het zelfs prima om te zeggen: “Hier weet ik even niet direct het antwoord op, maar ik denk graag mee.” Juist dat is in 2025 in veel Nederlandse teams volstrekt normaal—anders dan tien jaar geleden!

Vertrouwen werkt beter dan volume

Werkcommunicatie draait allang niet meer om wie het hardst roept of de langste presentatie geeft. Het is uw toon, uw rust, en uw zichtbare vertrouwen dat anderen overtuigt. Zinnen die u klein maken, hebben we vaak vroeger aangeleerd—op school, thuis, of tijdens een eerste baan. Maar wat is aangeleerd, kan ook weer afgeleerd worden. Met wat aandacht en oefening klinkt u niet alleen duidelijker, u voelt zich ook sterker in uw rol.

Dus: als u zich soms afvraagt of u niet te ‘dom’ overkomt—realiseer u dat het vaak betekent dat u bewust bezig bent met uw werkhouding. Alleen dát al bewijst uw wijsheid en gevoeligheid. Vertrouw gerust op uw eigen stem, want anderen horen hem sneller dan u denkt.