Waarschuwing voor ouders: Zegt uw kind vaak deze zin? Let op verborgen problemen

Opletten als uw kind negatief over zichzelf praat: deze zinnen kunnen wijzen op een verborgen probleem. Lees welke signalen belangrijk zijn, en hoe u als ouder het beste reageert.

Verspreid de liefde

Het is allang geen geheim meer dat iemands gemoedstoestand doorsijpelt in hoe we spreken – en dat geldt niet alleen voor volwassenen, maar zeker ook voor kinderen.

Nederlandse ouders denken soms dat kinderen vooral zorgeloos zijn, maar niets is minder waar. Juist in onze snelle tijd, vol verwachtingen en veranderingen, kunnen kinderen last krijgen van angsten of somberheid. Let goed op bepaalde uitspraken van uw zoon of dochter – ze kunnen wijzen op iets wat onder de oppervlakte borrelt. Welke zinnen zijn dat, en hoe reageert u als ouder verstandig?

Zinnen die kunnen wijzen op meer dan alleen een slechte bui

Natuurlijk klaagt ieder kind weleens. Toch zit er een groot verschil in ‘eens mopperen’ of regelmatig zichzelf naar beneden halen. Hier moet u als ouder scherp op zijn.

Word alert als uw kind regelmatig zegt:

  1. “Waarom lukt mij nooit iets?”
  2. “Niemand mag mij.”
  3. “Ik ben nergens goed in.”
  4. “Waarom houdt er niemand van mij?”
  5. “Ik wil dat niet doen, straks lachen ze me toch uit.”
  6. “Ik kan gewoon helemaal niks.”
  7. “Mijn leven heeft geen zin.”
  8. “Ik ben echt dom.”

Deze uitspraken mag u niet zomaar afdoen als ‘fases’. Gebeurt het af en toe, blijf dan opletten. Horen of merkt u deze zinnen steeds vaker terug, dan is het tijd om in actie te komen. Bagatelliseer het niet: kinderen vragen zelden direct om hulp, maar spreken – vaak onbewust – wél hun onmacht uit.

Wat kunnen deze uitspraken betekenen?

Bovenstaande uitspraken (en soortgelijke) wijzen vaak op:

  1. Een laag zelfbeeld
  2. Negatief zelfbeeld
  3. Begin van psychische klachten (zoals angststoornis, depressie of andere mentale problemen)
  4. Pesten of buitensluiting op school of sportvereniging
  5. Te hoge druk of onrealistische verwachtingen van zichzelf of de omgeving

Negatief praten over zichzelf is soms een signaal van pesten of uitsluiting, bijvoorbeeld op het schoolplein of bij de sportclub in uw buurt, zoals bij SV Kampong of een kleine scoutingvereniging.

Let ook op gedragspatronen en andere signalen

Niet alleen wat een kind zegt, maar ook hoe het zich gedraagt kan u veel vertellen. Vaak hangen negatieve uitspraken samen met bepaalde gedragingen:

  1. Vermijdend gedrag (zoals niet naar sport, zwemles of school willen)
  2. Klachten als buikpijn, hoofdpijn of weinig eetlust
  3. Overdreven perfectionisme
  4. Sterk zelfkritisch zijn
  5. Burn-out-klachten, zoals geen zin in dagelijkse dingen of sneller fouten maken bij simpele taken

Merk op: psychosomatische klachten (bijvoorbeeld buikpijn voor school) komen in Nederland vaker voor dan veel ouders denken. Die zijn zeker een serieus signaal.

Hoe reageert u als ouder verstandig?

Negeer deze signalen niet als ze zich herhalen. Wat u in ieder geval wilt vermijden, is reageren met uitspraken als:

  1. “Zeg dat toch niet zo dom.”
  2. “Ach kom, dat is helemaal niet waar.”
  3. “Zo erg is het allemaal niet, wacht maar tot je volwassen bent.”

Beter is om begripvol te reageren en vragen te stellen zoals:

  1. “Wat vervelend om te horen. Wil je mij vertellen wat er aan de hand is?”
  2. “Is er vandaag iets gebeurd waardoor je je zo voelt? Ik ben er voor je, als je wil praten.”
  3. “Wat er ook speelt: je kunt het altijd delen met mij. Voor alles is een oplossing te vinden.”

Geef uw kind ruimte om te praten, zonder te snel te oordelen of direct in te grijpen. Deel eventueel voorzichtig iets over uw eigen jeugd, maar blijf niet in uw eigen verhalen hangen; het draait nu om uw zoon of dochter. Laat merken: je staat er niet alleen voor. Denk aan uzelf als bondgenoot, niet als rechter.

Lukt praten niet, stel dan voor om gevoelens op te schrijven – soms helpt dat om gedachten te ordenen.

Worden de klachten of negatieve uitspraken structureel of ernstig? Zoek dan contact met een specialist, bijvoorbeeld een schoolpsycholoog, jeugdcoach of de huisarts. In Nederland zijn ook lokale instanties zoals het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), waar u laagdrempelig terecht kunt voor advies.

Belangrijke hulplijnen:

  1. De Kindertelefoon: 0800-0432
  2. Ouders & Opvoeders-lijn: 0800-2400022

Conclusie: Let als ouder goed op het taalgebruik en gedrag van uw kind. Negeer signalen nooit en schakel, bij twijfel, professionele hulp in. Want vroeg signaleren, betekent vaak sneller herstellen – en ieder kind verdient dat.