Zeven zinnen die volgens psychologen vooral gebruikt worden door mensen met een lager opleidingsniveau

Uw taalgebruik verraadt soms meer over u dan u denkt. Deze 7 veelgebruikte zinnen wijzen volgens Nederlandse experts niet alleen op een lager opleidingsniveau, maar ook op beperkte zelfreflectie en kritisch denken. Leer welke uitspraken dat zijn en waarom u ermee moet oppassen.

Verspreid de liefde

Onze verbale en non-verbale communicatie verraadt soms meer over ons dan we zouden willen toegeven. Volgens diverse Nederlandse psychologen zijn er bepaalde uitdrukkingen en communicatiepatronen die vaker voorkomen bij mensen met een lager opleidingsniveau of beperkt kritisch denkvermogen. Dit draait absoluut niet alleen om grammatica of een kleine woordenschat.

Bepaalde uitspraken kunt u beter vermijden – ze zeggen soms meer over ons dan gedacht.

Mensen die jarenlang hebben gestudeerd, hebben doorgaans een bredere blik op de wereld en zijn vaardiger in hun manier van uitdrukken dan wie na het vmbo is gestopt. Opleidingen op MBO, HBO of universiteit leggen niet alleen de nadruk op vakkennis, maar juist ook op de ontwikkeling van kritisch denken, argumentatie en omgaan met informatie uit verschillende bronnen. Dat zie je later terug in hun taalgebruik.

“Dat zegt toch iedereen.”

Psychologen merken op dat mensen met een lager opleidingsniveau vaak moeite hebben hun standpunten te onderbouwen met feiten. Uitspraken als “Dat weet iedereen” of “Dat zegt toch iedereen” vervangen daarmee een inhoudelijk argument. Dit wordt in de psychologie argumentum ad populum genoemd. Met andere woorden: het idee wordt verdedigd omdat ‘de meeste mensen het zo vinden’, niet omdat het werkelijk klopt. Hierdoor gelooft men nog wel eens een hardnekkige mythe – zonder de feiten te controleren.

Hoogopgeleide mensen blijven juist nieuwsgierig en open naar controversiële onderwerpen.

“Zie je wel, ik zei het toch.”

Wie deze zin vaak laat vallen, heeft doorgaans moeite met kritiek en verlang naar bevestiging. Het verlangen naar gelijk hebben of erkenning kan echter open, respectvolle gesprekken behoorlijk in de weg zitten. De communicatie wordt vooral gericht op het opstrijken van ego-punten. Psychologisch hangt dit soms samen met de neiging altijd het laatste woord te willen hebben en een lage mate van zelfreflectie.

“Dat gaat mij niet aan.”

Met deze uitspraak zet iemand zichzelf buiten een gesprek of onderwerp, zonder zich af te vragen welke gevolgen dat (indirect) voor henzelf of de maatschappij kan hebben. Zo’n houding verraadt weinig verantwoordelijkheidsgevoel voor zaken die ons allemaal aangaan. Volgens experts houdt het sterk verband met individualisme en een egocentrische manier van denken. Wie zo redeneert, heeft moeite om verder te kijken dan het eigen belang – en ontgaat zo dat maatschappelijke kwesties uiteindelijk iedereen raken, ook in Nederland, of het nu over wonen, zorg of de politiek gaat.

“Zo is het gewoon.”

Deze uitspraak sluit praktisch ieder discussie af en lijkt niet open te staan voor nieuwe invalshoeken. Het gebruik ervan wijst vaak op een gebrek aan nieuwsgierigheid en beperkt denkraam, naast een beperkte bereidheid tot inhoudelijke verdieping of argumentatie.

“Kan mij het schelen.”

Natuurlijk hangt de betekenis van deze zin af van de context. Maar psychologen zien hier geregeld een lage betrokkenheid, weinig eigen mening en soms zelfs een gebrek aan emotionele volwassenheid in terug. Voor sommigen is dit een makkelijke uitweg als ze liever niet zeggen wat ze echt denken. Maar deze houding maakt oprechte communicatie of samenwerking alleen maar lastiger.

Met een uitroep als “Zie je wel, ik zei het toch” klinkt regelmatig de wens om eindelijk eens erkenning te krijgen.

“Zo ben ik nou eenmaal, daar doe je niks aan.”

Dit is textbook voorbeeld van innerlijke berusting. De spreker geeft ermee aan moeite te hebben met zelfreflectie, en ziet zichzelf als iemand die niet meer kan veranderen. Maar wie alles als vaststaand beschouwt, sluit de deur naar groei. Juist op latere leeftijd blijkt persoonlijke ontwikkeling nog mogelijk en zinvol, aldus talloze Nederlandse coaches.

“Daar heb ik geen tijd voor, zulke onzin.”

Psychologen zien dit vooral als een handige manier om ergens niet aan mee te hoeven doen. Meestal gebeurt het als het gesprek een onbekend terrein raakt waar de spreker zich ongemakkelijk bij voelt. Dan blijft men liever binnen de eigen comfortzone en sluit zich af voor nieuwe onderwerpen. Dat kan ook te maken hebben met vooroordelen of angst om iets niet te weten.

Tot slot

We gebruiken allemaal weleens een van deze zinnen, en dat is helemaal niet erg. Het belangrijkste is: herken ze bij uzelf, en wees nieuwsgierig hoe u uw communicatie eerlijker én helderder kunt maken. U zult merken hoeveel verschil dat maakt – bij werk én thuis.