Chinese toko’s zijn niet meer weg te denken uit elke Nederlandse buurt – maar gebruiken de eigenaren hun eigen producten eigenlijk zelf?
Chinese winkels – ook wel toko’s genoemd – horen inmiddels net zo bij het Nederlandse straatbeeld als de Albert Heijn of Blokker. Sinds de jaren negentig zijn deze zaken uitgegroeid tot de go-to plek voor alles van huishoudartikelen tot schoolspullen, en dat vaak tegen opvallend lage prijzen. Toch weten veel vaste klanten: met de kwaliteit schoot het vroeger wel eens tekort.
Het populaire YouTube-kanaal Een Chinees en een Half, gepresenteerd door Lin (@chickenpapi) en Jiajun Yin, geeft een persoonlijke inkijk in het leven van de Chinese gemeenschap in Europa. In hun video’s bespreken zij met veel humor en openheid onderwerpen als familie, werken in het restaurant van je ouders of – zoals bij Jiajun – in de winkel van je familie.
Waarom kiezen Chinese Nederlanders voor een winkel?
Volgens Jiajun kiezen veel Chinezen in Nederland voor ondernemen in de horeca of detailhandel. “Dat zijn de meest stabiele sectoren als je nieuw bent in het land,” zegt hij. En eerlijk; voor een toko heb je niet meteen perfect Nederlands nodig, wat de drempel lager maakt voor nieuwkomers. Veel ondernemers starten daarom met een kleine buurtwinkel – dat is financieel behapbaar en biedt direct een netwerk.
Gebruiken ze hun eigen producten?
In een openhartige aflevering vraagt Lin rechtstreeks: “Gebruikte je zelf spullen uit jullie winkel?” Jiajuns reactie is verrassend eerlijk: “Als we iets stevigs nodig hadden, bijvoorbeeld gereedschap, gingen we liever naar een bouwmarkt als de Karwei of Praxis. Dan zeiden we letterlijk: ‘We gaan even naar de Nederlanders, die spullen gaan langer mee.’”
Lin kijkt verbaasd op en vraagt door: “Dus zelfs als je zelf een broodrooster nodig had, pakte je die niet uit de eigen winkel?” Jiajun lacht: “Nee joh. Die dingen hielden het gewoon niet vol. Vroeger – eerlijk is eerlijk – was het vaak gewoon troep en prijzig bovendien. Nu is het aan het veranderen, maar toen? Geen denken aan!” Zijn verhaal weerspiegelt een herkenbare ervaring voor veel Nederlanders: goedkope producten zijn niet altijd een slimme aankoop op de lange termijn.
Waarom zijn de prijzen zo laag?
Chinese toko’s staan bekend om hun lage prijzen, maar dat ging soms ten koste van de kwaliteit. Veel ondernemers focussen tegenwoordig wel meer op betere merken of zelfs Nederlandse leveranciers, maar het imago van “goedkoop maar niet altijd betrouwbaar” is hardnekkig.
Drie interessante weetjes over Chinese winkels in Nederland
- Veel eigenaren werken met het hele gezin in de winkel en wonen vaak erboven of er vlakbij.
- Vooral beginnende migranten waarderen de toegankelijkheid – toko’s bieden ook kansen voor contact met de buurt.
- De nieuwste generatie stapt steeds vaker over op webwinkels of gespecialiseerde filialen, met oog voor kwaliteit én lokale wensen.
Conclusie: wat leert u hier nu van?
Chinese winkels blijven populair en horen gewoon bij het Nederlandse leven. Maar wees kritisch bij wat u koopt; soms loont het om net even iets meer te betalen voor betrouwbare kwaliteit bij bijvoorbeeld Hornbach, Blokker of HEMA. Tegelijkertijd bieden toko’s gemak én warme service in de buurt – en dat is ook wat waard.