Archeoloog ontrafelt eindelijk 2.600 jaar oude inscriptie in Turkije – met onverwachte verwijzing naar moedergodin

Een monument in Turkije onthult na 2.600 jaar zijn geheim: de inscriptie verwijst naar Materan, de hoogste godin van de Frigiërs. Ontdek wat deze vondst betekent voor onze kennis van Anatolische geschiedenis – en waarom archeologen nu eindelijk meer duidelijkheid hebben.

Verspreid de liefde

Op het monument uit de Frigische tijd prijkt de naam “Materan” – een godin die generaties lang werd vereerd in Anatolië

  • Wist u dat onze planeet 700 miljoen jaar geleden één gigantische sneeuwbal was? Kan het nog eens gebeuren?
  • Onderzoek naar Beethovens haar: hoe DNA uit verleden ons tot op vandaag blijft verbazen

Een archeoloog uit de Verenigde Staten heeft een unieke ontdekking gedaan bij Arslan Kaya (“leeuwenrots”), een monument in het westen van Turkije met indrukwekkende leeuw- en sfinxbeelden. Hier prijkt een bijna onleesbare inscriptie, gebeiteld zo’n 2.600 jaar geleden. Dankzij moderne onderzoeksmethoden bevestigt Mark Munn, hoogleraar Griekse geschiedenis en archeologie aan de Penn State University, dat het monument een verwijzing bevat naar Materan – de belangrijkste godin van de Frigiërs, die tussen 1200 en 600 v.Chr. het gebied bewoonden. De lokale bevolking noemde haar de “Moeder”, en haar cultus reikte verder dan Anatolië alleen.

De markante figuur van Materan trok al in de Oudheid de aandacht. Grieken vereenzelvigden haar met de “Moeder der Goden” (Kybele), terwijl de Romeinen haar kenden als “Magna Mater”. Rond het midden van de zesde eeuw v.Chr. bevond het gebied zich op het snijvlak van de culturen: naast de Frigiërs hielden ook de Lydiërs deze moedergodin in ere. De inscriptie op Arslan Kaya – ondanks zware beschadigingen door erosie en diefstal – was al sinds de negentiende eeuw onderwerp van discussie. Munn slaagde erin meer duidelijkheid te krijgen door gebruik van haarscherpe foto’s bij precies het juiste (zon)licht én door vergelijking met oude reisverslagen. Dat alles beschrijft hij in zijn publicatie in Kadmos (publicatiedatum 24 oktober 2024).

Munn benadrukt het belang van “licht vanuit de juiste hoek”: op 25 april 2024 waren de omstandigheden op de site optimaal, waardoor jarenlang verborgen details ineens zichtbaar werden. Niet alleen wordt Materan bij naam genoemd, ook haar afbeelding prijkt op het monument, waarmee de datering – midden zesde eeuw voor Christus – nog sterker bevestigd wordt. Op basis van de stijl vermoedt Munn dat het opschrift oorspronkelijk uitgebreider was; waarschijnlijk werd daarbij vermeld wie de opdracht gaf en waarom Materan juist hier geëerd werd.

Niet iedereen is overdonderd: volgens Rostyslav Oreshko, Frigisch-epigrafisch specialist, bevat het onderzoek geen revolutionaire inzichten. “De identificatie als Materan werd in de 19e eeuw al geopperd. Het verschil is dat de lezing nu op basis van moderne technieken onomstotelijk vaststaat”, aldus Oreshko. “Geen grote doorbraak, maar nu hebben we zekerheid.”

Archeologisch onderzoek in Turkije blijft uitdagend; eeuwen van roof en erosie laten diepe sporen na. Toch zijn stapjes zoals die van Munn nodig om stukje bij beetje het verleden te ontsluiten. Misschien komt er na honderdvijftig jaar speculaties eindelijk duidelijkheid over Arslan Kaya – een stukje wereldgeschiedenis dat zich pal onder onze neus bevond.