Hoe volume en vorm van het brein onze neiging tot vergeven bepalen
Als Google, zoals elk jaar, haar lijst met populairste zoektermen presenteert, gok ik dat ‘amnestie’ ook in Nederland in de top tien belandt. Volgens de Dikke Van Dale betekent het “algemene kwijtschelding van straf”. Vaak wordt dit gelijkgesteld aan vergeving. Maar hoe werkt vergeving eigenlijk in uw brein? Wat zegt de wetenschap daar anno 2025 over?
Vergeving geven we meestal aan iemand die ons opzettelijk heeft gekwetst of onrecht heeft aangedaan. We zeggen immers niet dat we een baby vergeven omdat hij huilt uit honger; daar ontbreekt de bewuste intentie. Dat gevoel kennen bijna alle volwassenen: iemand doet je iets aan, en dan komt de vraag – kun je vergeven?
De bouw van uw brein maakt vergevingsgezindheid meetbaar
Onderzoekers zijn er inmiddels achter dat uw neiging tot vergeven deels samenhangt met specifieke bouw en werking van het brein. In een Nature-studie werden vrijwilligers gevraagd hun eigen vergevingsgezindheid te scoren. Daarna keken neurowetenschappers of de hersenstructuur invloed had op die scores.
- Mensen met een kleinere insulaire cortex, een gebied dat gelinkt is aan afkeer, bleken makkelijker te vergeven.
- Ook wie een minder uitgesproken onderste frontale winding had (het stukje brein dat taal en impulscontrole regelt), was volgens zichzelf vergevingsgezinder.
Dit wijst erop dat vergeven niet per se volgt uit welbespraaktheid of logica. Hoe u gebouwd bent, speelt een verrassend grote rol.
Depressie, empathie en het vermogen tot vergeven
Een opvallende vondst was: een grotere linker dorsolaterale prefrontale cortex hangt samen met een grotere neiging tot vergeving. Stoornissen hier worden juist gelinkt aan depressie. Wie zich depressiever voelt, lijkt minder makkelijk te vergeven. En dat is niet het enige interessante…
Ook het functioneren van het brein is belangrijk. Bij het fantaseren over situaties waarin men vergeving moet tonen, bleek dat mensen met minder activiteit in de dorsomediale prefrontale cortex moeite hebben zich in anderen te verplaatsen. Minder empathie = minder vergevingsgezindheid, stellen de onderzoekers nuchter vast.
Vergeving raakt aan rechtspraak en samenleving
In een tweede Nature-onderzoek kregen proefpersonen scenario’s voorgeschoteld waarbij ze moesten oordelen over een straf. Er gebeurde iets opvallends: bij situaties die sympathie opriepen, schoten precies dezelfde hersendelen in actie als bij verhoogde empathie: het precuneus, de linker temporopariëtale junctie en – daar is-ie weer – de dorsomediale prefrontale cortex.
Signalen in deze regio’s gingen hand in hand met mildere straffen. Daarmee laten deze studies zien dat zelfs Nederlandse rechters of jury’s niet immuun zijn voor hun eigen hersenwerking; puur rationeel straffen is, neurologisch gezien, haast onmogelijk.
Zijn vergevingsgezindheid en amnestie aangeboren?
Zit het dus allemaal in de genen? Het lijkt erop dat onze hersenstructuur wel degelijk invloed heeft op of we kunnen vergeven. Tegelijkertijd beweegt ons brein mee gedurende ons leven. Wie vaak wordt teleurgesteld, wordt minder snel vergevingsgezind; wie opgroeit in een warm netwerk, leert eerder te vergeven.
Kortom: de basis is aanleg, maar levenservaring laat sporen na. Hoe we vergeven, is een dynamisch samenspel tussen structuur, metabolisme en omgeving. En dat maakt vergeving, zowel in persoonlijke relaties als in het maatschappelijk debat rondom amnestie, zo intrigerend én persoonlijk.