Vlees eten verwoest de planeet niet: de waarheid over klimaatverandering

We eten meer vlees dan goed is, maar volledig vegetarisch is niet per se het duurzaamst. Hoe zit het nu echt met vlees, water, methaan en het klimaat? Lees hier de feiten en praktische tips voor een bewuste keuze.

Verspreid de liefde

We eten meer vlees dan nodig, maar volledig vegetarisch leven is niet per se het duurzaamst.

We eten gewoon te veel vlees. Dat staat buiten kijf, zowel vanuit gezondheidsoogpunt als voor het milieu. Toch hoor je steeds vaker, ook in de media en vanuit de industrie, uitspraken die nogal doorgeslagen zijn. Het debat schiet soms van ‘we eten te veel vlees’ naar het andere uiterste: dat helemaal geen vlees eten het best is voor het klimaat. Maar zo simpel is het niet.

We weten allemaal dat veehouderij veel broeikasgassen uitstoot, vooral methaan: jaarlijks goed voor 588 miljoen ton, wat volgens het IPCC tot wel 34 keer sterker is dan CO2. Ook hoor je vaak dat de productie van één kilo rundvlees tot 15.000 liter water kost, in tegenstelling tot de 13 liter voor een kilo sla of tomaten (bron: FAO). Het zijn schrikbarende cijfers — én ze kloppen. Alleen, zit er meer nuance in het verhaal.

Het klopt: voor een kilo vlees is veel meer water nodig dan voor groenten. Maar deze cijfers gooien verschillende soorten water op één hoop. Zo lijkt het zelfs alsof een kilo vlees van koeien in de vrije uitloop (‘extensief’) meer water vergt dan uit de intensieve veehouderij.

Bij extensieve veehouderij maken de dieren gebruik van natuurlijke bronnen in het landschap, bij intensieve worden ze in stallen gehouden en krijgen ze industrieel voer. Dat het eerste ‘slechter’ zou zijn voor het milieu, is op z’n minst opmerkelijk. Toch blijkt dat uit deze simpele cijfers.

Wat veel mensen niet weten: in dit soort berekeningen worden drie types water gemengd. Groen water komt uit regen of smeltwater, blauw water uit rivieren en grondwater, en grijs water is benodigd om afval(‘restwater’) te zuiveren.

Neem het voorbeeld van dr. Pablo Manzano: als je het totale waterverbruik optelt zonder onderscheid, lijkt het alsof geiten in de Alpen veel meer water ‘kosten’ dan industriële varkensboerderijen. Maar in werkelijkheid is het grootste deel hiervan gewoon regenwater dat sowieso op de berghellingen gevallen was. Ook zonder vee.

Extensieve veehouderij gebruikt nauwelijks grijs water: de uitwerpselen van de dieren mesten de grond en alles draait in het natuurlijke systeem mee. Ook zijn er veel gebieden — denk aan zandgronden op de Veluwe — waar je geen groente kunt verbouwen, maar wél schapen, koeien of geiten kunt laten grazen.

Bovendien hoor je vaak: “Waarom die dieren voeren met plantaardig voedsel? Geef die bonen en graan toch meteen aan mensen!” Maar bij veel vee, zoals koeien of schapen, werkt het zo simpel niet. Zij eten vooral gras en vezelig materiaal dat wij niet kunnen verteren. In droge regio’s, zoals de geitenhouders in Noord-Brabant weten, zijn dieren dé manier om dingen die wij niet kunnen eten, toch om te zetten in voedsel.

Dan zijn er dieren als kippen en varkens, die vaker dezelfde voeding als wij krijgen. Maar ook die worden voor een groot deel gevoerd met restproducten. Neem bijvoorbeeld perskoek (‘schroot’) — het restant na het persen van olie uit zaden — dat wij als mensen niet eten, maar dat prima veevoer is.

Zo’n 70% van deze perskoek in Europa komt van soja, vooral uit Zuid-Amerika. Enerzijds levert dat een discussie op over transport en CO2-uitstoot. Anderzijds: omdat perskoek feitelijk een bijproduct is, kun je niet de volle milieulast bij het vee neerleggen. Het hoort ook bij de margarine of oliën die wij op onze boterham smeren.

Methaan blijft inderdaad veel sterker dan CO2 als broeikasgas, maar het blijft gemiddeld maar 13 jaar in de atmosfeer — tegenover eeuwen voor CO2.

En ja, uiteindelijk wordt methaan afgebroken tot CO2, maar er is een belangrijk verschil: de CO2 uit rundvee komt uit het gras dat ze eten, dat onderdeel is van een natuurlijke koolstofcyclus. Het probleem zit ‘m vooral in fossiele brandstoffen, die we uit de bodem halen en als extra CO2 in de lucht brengen.

Toegegeven: als we enorme aantallen koeien houden, versnellen we de cyclus en dat kan het evenwicht verstoren. Maar hoe weet je wanneer het ‘te veel’ dieren zijn?

In het grootste deel van Europa zijn grote wilde grazers bijna verdwenen. In natuurgebieden als de Oostvaardersplassen, of het Afrikaanse Serengeti, zie je hoeveel dieren er van nature rondlopen — en hun methaan-uitstoot per hectare lijkt sterk op die van traditionele veehouderij. Volgens recente studies zouden de emissies van een alleen extensieve veehouderij (zoals in Spanje of delen van Nederland) overeenkomen met die van een natuurlijke fauna. Op termijn is het wel interessant om wilde natuur te herstellen, maar dát is weer een ander debat.

Carlos Duarte, ecoloog van wereldfaam, zei al in 2024: “Bedrijven zijn niet alleen uit idealisme bezig met duurzaamheid — het draait ook om economische waarde”.

Grote merken als Albert Heijn of Unilever profileren zich graag met ‘groene’ boodschappen, maar dat maakt het soms moeilijk feiten en marketing van elkaar te scheiden. Want niet elke maatregel die goed klinkt, heeft ook echt positief effect. Al te simpele boodschappen zetten je op het verkeerde been, zoals in de vlees/klimaat-discussie.

Mijn advies? Eet gerust minder vlees, en veel meer peulvruchten en groente van Hollandse bodem. Maar kies bewust: laat de kiloknaller-kip uit de bio-industrie links liggen, maar ook exotische producten als avocado, die per kilo ruim 1000 liter water nodig heeft en in Zuid-Spanje veel natuur verdringt. En laat staan hoe groot de ecologische voetafdruk is als je ze uit Zuid-Amerika laat invliegen.

Klimaatverandering is reëel en urgent — en we zijn er als maatschappij verantwoordelijk voor. Precies daarom moeten we oppassen voor al te makkelijke verklaringen en oplossingen. Want de realiteit is complexer — en vraagt om kritisch denken én slimme keuzes.

Even helder op een rij:

  • Deze discussie gaat níet over gezondheid. We eten inderdaad meer vlees dan aanbevolen wordt. Schattingen lopen uiteen van 50 tot 140 kilo vlees per Nederlander per jaar. We behoren tot de top 10 wereldwijd, vooral als het gaat om varkensvlees. Maar wetenschappelijke adviezen liggen vrijwel allemaal onder de 50 kilo per jaar — één rapport (Voedingscentrum) noemt zelfs 40 kilo, het RIVM adviseert nog lager.
  • Helemaal los daarvan: ethiek. Vanuit een utilitaristisch perspectief (zoals bekend van Peter Singer) blijft veehouderij een ethisch lastig onderwerp, los van milieu of gezondheid.

Referenties:

  • Manzano, P., del Prado, A., Pardo, G. 2023. Comparable GHG emissions from animals in wildlife and livestock-dominated savannas. npj Climate and Atmospheric Science. 6 (1) DOI (10.1038/s41612-023-00349-8).
  • Leroy, F., Abraini, F., Beal, T., Dominguez-Salas, P., Gregorini, P., Manzano, P., Rowntree, J., van Vliet, S. 2022. Animal board invited review: Animal source foods in healthy, sustainable, and ethical diets – An argument against drastic limitation of livestock in the food system. Animal. 16. (3) DOI (10.1016/j.animal.2022.100457).
  • Leroy, F., Abraini, F., Beal, T., Dominguez-Salas, P., Gregorini, P., Manzano, P., Rowntree, J., van Vliet, S. 2022. Transformation of animal agriculture should be evidence-driven and respectful of livestock’s benefits and contextual aspects. Animal. 16. (10) DOI (10.1016/j.animal.2022.100644).